Beste dr. Van Bergen, Beste Marcel,

Binnen BBP, de Belgian Biosafety Professionals, pikten we onderstaande publicatie van de COGEM op, met name een advies mbt inperkingsmaatregelen bij het gebruik van geleedpotige biologische bestrijders:

Advies Generieke inperkingsmaatregelen bij gebruik van geleedpotige biologische bestrijders in PKb-I kassen

We observeren daarbij dat, ondanks een vermelding dat ook andere factoren(*) van belang zijn, de COGEM deze generieke maatregelen enkel heeft opgesteld aan de hand van slechts drie eigenschappen van deze geleedpotigen; de vliegcapaciteit, het formaat, en of er contact is met stuifmeel. Op het einde van het document is er ook een tabel die voor verschillende geleedpotige biologische bestrijders oplijst welke van de inperkingsmaatregelen COGEM adviseert om toegepast te worden.

Ons inziens zijn factoren zoals (*)“zoals de hoeveelheid stuifmeel dat getransporteerd wordt, de afstand tot een kruisbare plant buiten de kas, de overleving van het stuifmeel en concurrentie met inheems stuifmeel, en de populatiedichtheid en grootte van de biologische bestrijder”  essentieel om mee opgenomen te worden in de risico-analyse en het vastleggen van risicobeheersmaatregelen. Negatie van deze factoren lijdt mogelijk tot een zeer restrictief kader waarbinnen nog met bepaalde species van genetisch gemodificeerde (gg-)planten kan gewerkt worden.

Hebben jullie reeds kennis van dit advies, wat is jullie inschatting hieromtrent en hebben jullie eventueel plannen om hieromtrent in overleg te gaan met de COGEM?

Alvast hartelijk dank voor jullie antwoord en met vriendelijke groeten,

BBP Steering Team